De belangrijkste groepen werkzame bestanddelen van geneeskrachtige planten

  • In een aantal plantesoorten zijn bepaalde componenten verantwoordelijk voor de geneeskrachtige werking.
    Deze componenten hebben invloed op de conditie en werking van de verschillende menselijke organen, laten symptonen verdwijnen of vernietigen de ziekteverwekkers (in de meeste gevallen micro-organismen).
    Ze zorgen voor een betere algehele weerstand, stoppen of verlichten ouderdomskwalen of vergemakkelijken aanpassing aan bepaalde veranderende omstandigheden.
    De mens heeft altijd gebruik gemaakt van geneeskrachtige planten, ook al was de precieze werking hem niet helemaal duidelijk.
    Pas toen in de 19e eeuw de kennis van de organische chemie en farmacologie snel toenam, kon men bepalen welke bestanddelen of groepen bestanddelen verantwoordelijk waren voor een bepaalde werking.
    Door deze kennis was het niet alleen mogelijk om de juiste geneesmiddelen voor te schrijven, maar was men ook in staat de effectieve stoffen synthetisch te produceren en te verbeteren,
    waardoor een middel nog meer effect had.
    Al snel ontdekte men dat er een beter resultaat werd behaald als men niet slechts één geïsoleerd bestanddeel toediende, maar de bestanddelen net zo combineerde als in de plant.
    Hierdoor onstond er een hernieuwde interesse voor de klassieke fytotherapie.
    Hieronder volgt een aantal basisgroepen van werkzame componenten die bij de behandeling van een ziekte nuttig zijn.
    De belangrijkste componenten zijn de alkaloïden, glycosides etherische oliën, looistoffen (tannine) en bitterstoffen - de zogenaamde secundaire stofwisselingsprodukten.
    Ook de primaire stofwisse-lingsprodukten zijn van belang: suikers, vette oliën en organische zuren.
    Daarnaast bevatten planten zogenaamde hulpstoffen, die op zich geen geneeskrachtige werking hebben (aminozuren, enzymen, peptiden, vitaminen enz.),
    maar die waarschijnlijk de werking van andere componenten versterken.

Alkaloïden

  • Alkaloïden behoren tot de belangrijkste en werkzaamste stoffen in planten.
    Ze vormen een groep van stikstofhoudende verbindingen met een grote chemische diversiteit.
    Over het algemeen zijn ze uiterst giftig, maar in kleine hoeveelheden hebben ze een heilzame werking.
    Om die reden werden vroeger alkaloïdehoudende planten weinig of alleen uitwendig toegepast.
    De pure, geïsoleeerde alkaloïden en de synthetische afgeleiden ervan worden wereldwijd toegepast vanwege hun pijnstillende, krampwerende en bacteriedodende werking.
    Voorbeelden van planten met alkaloïden zijn: stinkende gouwe, herfsttijloos, doornappel en witte nieswortel. Er zijn al duizenden alkaloïden geïsoleerd, hoewel er maar een paar honderd worden toegepast.
    De afgelopen jaren heeft het onderzoek zich toegespitst op alkaloïden die tumoren kunnen onderdrukken.
    Deze planten moet u nooit zelf toedienen.

Glycosiden

  • Glycosiden zijn complexe organische verbindingen die bij hydrolyse (splitsing door water, zuren of enzymen) uiteenvallen in twee stoffen: een suiker (glycon) en een niet-suiker (aglycon).
    Sommige glycosiden hebben een bijzonder krachtige fysiologische werking en zijn giftig voor de mens.
    Hieronder vallen bijvoorbeeld de glycosiden die in de voorjaarsadonis en het lelietje-van-dalen gevonden worden en de glycosiden die de hartspier beïnvloeden en die men uit vingerhoedskruid wint
    (zonder deze stoffen is de behandeling van hartafwijkingen vrijwel ondenkbaar).
    Glycosiden worden ook toegepast om hun laxerende werking (sporke-hout, rabarber), hun ontstekingremmende effect (agrimonie, goudsbloem, kamille),
    hun urinedrijvende en antiseptische eigenschappen enz.
    Flavonoiden, flavonoligninen en cumarine derivaten hebben een heilzaam effect op ontstekingen, op galblaas- en leveraandoeningen en bij sommige spijsverteringsproblemen
    (sint-janskruid, agrimonie, mariadistel, boekweit). Onder glycosiden vallen ook de zogenaamde saponienen, die een zeepachtig schuim produceren.
    De slijmlosmakende werking is zeer bruikbaar bij het remmen van ontstekingen aan de luchtwegen.
    Ook glycosiden mag u nooit zelf toedienen.

Etherische oliën

  • Etherische oliën zijn vluchtige, aromatische en organische verbindingen met een olieachtig karakter.
    Terpenen, sesquiterpenen en andere verbindingen vallen hieronder. Ze hebben vele toepassingsmogelijkheden.
    Uit echte tijm en kruiptijm worden etherische oliën geëxtraheerd, die bij de behandeling van infecties van de luchtwegen worden gebruikt.
    Tegen infecties van het darmkanaal gebruikt men extracten van duizendblad, kalmoes, engelwortel en venkel.
    Infecties van de nier, de blaas en de urinewegen worden met etherische oliën van de jeneverbes en peterselie behandeld.
    Omdat de etherische oliën van rozemarijn en pepermunt pijn verlichten en de doorbloeding verbeteren, worden ze veel toegepast in smeersels voor ontstekingen van spieren en pezen en bij reumatiek.
    Sommige etherische oliën, bijvoorbeeld die van dille, karwij, anijs en venkel, zijn verwerkt in verschillende smaakstoffen, die bovendien de spijsvertering stimuleren.
    Ze zijn eetlust opwekkend, stimuleren de afscheiding van verteringssappen en gal en verminderen de vorming van darmgassen.
    Etherische stoffen zijn ook belangrijk in medicinale en natuurlijke kosmetische produkten.

Looistoffen

  • Looistoffen (tannine) zijn onderling nogal verschillende organische verbindingen met samentrekkende eigenschappen.
    Ze bevorderen de genezing van wonden en ontstoken slijmvliezen.
    Voor het uitwendig behandelen van zweren, aambeien en blaren worden de bast van eik, vrouwemantel, agrimonie en salie gebruikt.
    Mondwater van deze planten gaat tandvleesontsteking tegen. Inwendig gebruik stimuleert de vorming van gal en geneest diarree.

Bitterstoffen

  • Bitterstoffen zijn organische verbindingen van zeer verschillende samenstelling.
    In de juiste hoeveelheden toegediend, stimuleren ze de afscheiding van maagsappen en bevorderen ze de spijsvertering.
    De werking van maagbitters en aperitieven, zoals vermout, is gebaseerd op de aanwezigheid van bitterstoffen.
    Hetzelfde geldt voor maagdruppels van duizendgul-denkruid, boerenwormkruid en gezegende distel.
    Hiermee zijn we aan het eind gekomen van de groep actieve bestanddelen, de zogenaamde secundaire stofwisselingsprodukten, die veelal verantwoordelijk zijn voor de geneeskrachtige werking van planten.
    Voor de plant zelf zijn de primaire stofwisselingsprodukten, zoals suikers, vette oliën en organische zuren, van groter belang.
    Deze zijn nodig voor de basale levensfuncties.
    Ook voor de mens zijn ze van nut.

Suikers

  • De meeste medische preparaten bevatten verschillende suikers.
    Glucose zit in versterkende voedingspreparaten, fructose is belangrijk in het dieet van diabetici en voor velen staat vast dat ook honing een heilzame werking heeft.
    Dextran wordt door micro-organismen uit glucose gemaakt en wordt gebruikt in oplossingen ter vervanging van bloedplasma.
    Plantaardig gom, gebruikt bij de behandeling van ontstekingen aan de luchtwegen en de darmen, bestaat uit complexe suikers uit klein hoefblad, kaasjeskruid, smalle weegbree en stalkaars.

Vette oliën

  • Vette oliën vormen de energievoorraad van planten.
    Ze maken onderdeel uit van glycerine en vetzuren.
    Na isolatie worden ze toegepast in zalven, medicijnen en kosmetica.
    Daarnaast zijn ze belangrijk bij de behandeling van aandoeningen van het spijsverteringskanaal.

Organische zuren

  • Organische zuren zijn primaire stofwisselingsprodukten en komen in de hele plant voor.
    Biogenetisch gezien, zijn ze nauw verwant aan suikers.
    De bekendste zijn: appelzuur, citroenzuur en wijnsteenzuur.
    Zelfs deze simpele opsomming van belangrijke substanties laat duidelijk de chemische verscheidenheid en de vele toepassingsmogelijkheden zien.