appel1

Appel (Pirus malus)

1. Bestanddelen:

2. Werking:

Engels spreekwoord: 'An apple a day, keeps the doctor away'.

a. Vrucht:

  • Bevordert de spijsvertering.
    Slorpt veel giften op in de darm.
    Vermeerdert de urinelozing.
    Loost veel urinezuur.
    Gunstig tegen reuma, jicht, arthritis.
    Doet vermageren (1 kg. per dag eten).
    Appelen + rijst, 1 à 2 maanden genomen, verlaagt de bloeddruk.
    Neemt oedeem weg, ontstaan ten gevolge van nier-of hartkwalen.
    Eén appel eten voor het slapengaan doet goed slapen.
    Sterkt maag, lever en nieren.
    Geraspte appel bruin laten worden: tegen diarree.
    Verdrijft bloedsopdrang ten gevolge van volbloedigheid.
    Tegen aambeien, verstopping, vetzucht, blaas- en nierkwalen.
    Geeft denkkracht, evenwicht, zelfbeheersing en levenskracht.

b. Appelmoes:

  • Uitstekend middel tegen verkoudheid, heesheid en hoest.

c. Appelthee:

  • één appel in stukken snijden, overgieten met kokend water en laten trekken:
    Sterk zenuwkalmerend.
    Heelt bij ontstekingen en koorts, hoest en bronchitis.

e. Appelzalf:   

  • Appelsap + evenveel olijfolie tegen kwetsuren.
    Tegen schurft: snij een appel in twee stukken en snij het klokhuis eruit. Vul beide helften met solferbloem.
    Breng de 2 delen weer samen. Bak in de oven. Maak er moes van. Bestrijk met deze zalf de zieke delen.