Vit a

 

 

Vitamine A - Retinol (Axeroftol)

Vitamine A, een vet-oplosbare vitamine, is betrokken bij de weerstand.
Het wordt daarom ook wel de anti-infectie vitamine genoemd.
Daarnaast speelt het een rol bij de groei, het gezichtsvermogen en de gezondheid van huid en tandvlees.

  • 1. Vit. A komt uit voedsel in twee verschillende vormen:
    a. een deel ervan krijgt men direct;
    b. een ander deel wordt in de vorm van caroteen of provitamine A verschaft.
    Caroteen wordt in de lever omgezet in Vit. A.

2. Werking:

Vitamine A is nodig voor:

  • a. De ogen.
    Een goed gezichtsvermogen is maar mogelijk dank zij een gezichtspigment 'Rhodopsie', dat wordt gevormd uit Vit. A en proteïne.
    Een tekort aan Vit. A veroorzaakt:
    nachtblindheid; jeukerige, branderige ogen;
    overgevoelige ogen voor licht;
    slijm in de ogen.
    b. De slijmvliezen.
    Een belangrijke functie van Vit. A is het instandhouden van de gezondheid van de bekleding van de lichaamsdelen bij neus, keel, mond, weefsels.
    c. De juiste werking van lever en darmen, bronchiën, longen, blaas, maag.
    Wanneer deze gezond zijn, worden zij bedekt met een slijmlaag, die ze schoonwast en het indringen van bacteriën voorkomt.
    Bij een tekort aan Vit. A groeien de cellen die deze holten bekleden te snel, de dode cellen hopen zich op, worden dik en schilferig en niet met slijm bedekt.
    Gevolg: er ontstaat een ideale bodem voor allerlei infecties waarvan de meest voorkomende ademhalingsklachten zijn.
  • d. Vit. A verbonden met vit. D is nodig voor:
    de normale groei;
    de botstructuur;
    de tandglazuur;
    de zenuwen;
    de huid.

    e. Vit. A verbonden met vit. E is van belang ter bescherming van het lichaam tegen verwoesting door luchtverontreiniging.
    Dit wordt bereikt door de slijmvliezen die vuil en giftige stoffen filteren.

3. Bewaring van vit. A in het lichaam:

Vit. A is één van die vitaminen die in vet oplosbaar zijn, en
wordt in het lichaam opgeslagen: 90% in de lever, 10% in de
nieren en longen, caroteen in de lever en in de vette weefsels onder de huid.
Vit. A of caroteen kan maar door het lichaam gebruikt worden wanneer er voldoende vet aanwezig is.
Om te kunnen opgenomen worden in het bloed en vandaar te kunnen overgaan naar de lever moeten vit. A en caroteen een verbinding aangaan met galzouten.
Maar indien er te weinig vet is, bereikt weinig of geen gal de darmen en gaan bijna alle vit. A en caroteen door uitscheiding verloren.
Voor een goed gebruik van vit. A zijn een aangepaste hoeveelheid proteïne, vit. E en zink noodzakelijk.
Vit. E voorkomt ook de vernietiging van vit. A in het lichaam.

4. Gevolgen van een tekort aan vit. A:

  • slecht zicht.
    verblinding bij overgang van donker naar licht en omgekeerd.
    nachtblindheid.
    ruwe, droge huid.
    onmogelijkheid vetstoffen te bewaren.
    verzwakte weerstand tegen infecties.
    slechte ontwikkeling van haar, nagels en tanden.
    verharding van de traanbuisjes van het hoornvlies van de ogen.
    het gehoor verslecht (oorverdroging).
    de normale groei wordt gestoord.
    de slijmvliezen worden aangetast.
    huidaandoeningen.
    maakt aders poreus, waardoor inwendige bloedingen ontstaan; deze vormen blauwe plekken op bepaalde delen van het lichaam (benen).
    bloedingen van het lichaam nemen toe.
    er ontstaat een zwaar gevoel en de eetlust vermindert.
    vermoeidheid.
    verharding van de borsten.
    steenvorming in nieren en galblaas.
    neusbloedingen komen herhaaldelijk voor.
    aambeien bloeden gemakkelijker.
    hartzwakte.
    scheurbuikverschijnselen.
    onderontwikkeling van de vrouwelijke geslachtsorganen.
    menstruatieklachten.
    witte vloed.
    acné.

5. Waar te vinden?

De rijkste bronnen van vit. A zijn:

vislevertraan,boter,melk,eieren en vis (wanneer die in olie is ingemaakt),
peterselie,andijvie,spinazie,kardoen,witloof,zurkel,erwten,ajuin,look,
koolraap,sla,selder,veldsla,bonen,aardappel,frambozen,aalbessen,citroenen,
lever van vis,tarwekiemen,druiven,varkenslever,paardebloem,netels,fenegriek,
zeewier,groot kaarsjeskruid,hondsroos,luzerne (voederklaver),kippemuur,
kweekgras,tomaat,vijgen,dadels,abrikozen,pruimen,perziken,pompoenen,
appelen,peren,duindoorn,olijfolie,granen,kalfslever,paling.

6. Dagelijkse hoeveelheid:

  • dagelijks 600 tot 700 -µg
    Retinol is vrij goed bestand tegen warmte en lost niet op in water.
    Bij een normale huishoudelijke bereiding gaat er zeer weinig van de vitamine verloren.